persoonlijk

‘Give me a child until he is seven and I will give you the man’

Nu ik enige tijd op Facebook zit, gebeurt er iets wonderlijks. Ik ga steeds verder terug in de tijd. Werd ik eerst vrienden met mensen uit mijn dagelijkse omgeving – mijn vaste trouwe kern – toen waren de ex-collega’s aan de beurt, oud-klasgenoten van de middelbare school kwamen voorbij en de laatste tijd ‘zit’ ik ineens weer helemaal in mijn klas van de lagere school.

Ik kreeg een uitnodiging van ene Jacqueline, via haar kwam ik bij Lars en Jacques terecht, Sonja ontdekte mij en al snel leek het wel een virus, zó snel breidde het zich uit. We bogen ons over de namen van dat ‘jochie in die lichtblauwe trui op de tweede rij naast Kees’ en ‘dat meisje naast Jeannine’. Sommige namen blijken zich maar slecht verstopt te hebben in mijn brein en komen makkelijk naar boven drijven. Een aantal namen echter is volledig opgeslokt door mijn brein en wordt niet meer prijsgegeven. Als anderen wél de bewuste namen weten op te lepelen, gebeurt er niets in mij, geen één teken van herkenning. Iets wat mij een gevoel van schaamte oplevert.

Sommige kinderen lieten schijnbaar niets achter in mij, anderen wel. Sommige kinderen waren toen mijn beste vriend(in) en nu kan ik me nog nauwelijks herinneren waarom dat was. Anderen – waar ik toen nauwelijks mee speelde omdat er geen klik was – blijken nu bezig met zaken die ikzelf óók belangrijk ben gaan vinden. Die verlegen stille en slimme jongen uit de klas blijkt een enorme leuke sociale vent te zijn geworden voor wie het achterlaten van de lagere schooltijd blijkbaar een enorme bevrijding was. De dromer uit de klas – die we altijd de bioloog noemden, blijkt grappig genoeg echt bioloog te zijn geworden en werkt in Artis. Degene die het hoofd altijd zo koel hield, is nu rechter en dat wekt bij mij geen enkele verbazing. Veel zijn blijven wonen in ons dorp of vlak eromheen, anderen zijn tot in Bangkok terecht gekomen.

We hebben allemaal beelden in ons hoofd van ‘de ander’ en dat belemmert vaak dat we de ander zien zoals hij is. Misschien belemmert het de ander ook wel te worden wie hij wil zijn. Eind september is er een reünie. Het uitgangspunt is een foto uit de eerste klas. We zoeken elkaar op en leggen contacten. Ik vind het leuk maar ook eng. Ook weet ik niet of naar een reünie gaan voor mij wel haalbaar is, fysiek en qua prikkelverwerking. Dat zie ik dan wel weer, september is nog ver weg.

Ik moet nu vaak denken aan de Up-documentaires van regisseur Michael Apte, kennen jullie deze serie? Uitgangspunt in deze documentaire reeks is de spreuk ‘Give me a child until he is seven and I will give you the man’. Met andere woorden: al op de leeftijd van 7 jaar openbaart zich hoe het leven van een kind eruit gaat zien. Althans, in deze serie wordt onderzocht of bestemming en persoonlijkheid al bij de geboorte vastliggen.  Uit verschillende sociale lagen van de Britse samenleving werden 14 kinderen geselecteerd en gevolgd vanaf 1963, toen ze allen 7 waren. Elke 7 jaar werden ze geïnterviewd over hun leven. Er zijn dus afleveringen 7-up, 14-up, 21-up en zo verder. Inmiddels waren ze 56 jaar in de aflevering uit 2012 (die ik niet heb gezien realiseer ik me).

Wat waren mijn dromen toen ik 7 was? Wat vond ik belangrijk? En wat is daar nu nog van terug te vinden in mij? En bij de anderen? Wat zien de anderen als ze mij straks zien? Op mijn 7e was mijn droom toch zeker niet ME-patiënt worden met een WIA-uitkering. Toch ben ik gelukkig met mijn leven van nu, ook al is het niet het leven dat ik koos. Ik heb geleerd dat het leven niet maakbaar is, maar dat je ervaringen wél maakbaar zijn. Hoe zit dat bij mijn oud-klasgenoten? Lukt het me dat te ontdekken? Wat laten we straks aan elkaar zien?Is de uitspraak ‘Give me a child until he is seven and I will give you the man’ op jou van toepassing?

Aanvulling na wat nadenken: Als kind was ik dol op lezen en schrijven en dus deed ik dat, veel, heel veel. Ik las me een ongeluk. Elke week naar de bieb om 7 boeken te halen, daarmee kwam ik net de week door. En als het einde van een boek me niet beviel, dan herschreef ik het, net zo tot het me wel beviel En ik verzon zelf verhalen. Schrijven en lezen wou ik als kind. Eigenlijk is er weinig veranderd bedenk ik me…

13 gedachten over “‘Give me a child until he is seven and I will give you the man’

  1. Ja bij mij klopt het helemaal. Ik hield van schrijven, ik wilde besluiten kunnen nemen, op een sociale manier. dit valt nu onder mijn beroep. Ik wilde trouwen en 3 kinderen krijgen. Ik ben alleen nog niet zo slank als ik in gedachten had 🙂

    Like

  2. Ik kan me herinneren dat ik tegen de oude (lees half 30) tante van een schoolvriendin opkeek: die was zelfstandig, creatief, deed avontuurlijke dingen (lees concerten, workshops etc). Onlangs realiseerde ik me dat ik eigenlijk ook zo geworden ben als die tante:)

    (Kleine correctie op je omschrijving van jezelf: je bent geen ME-patiënt, je bent Martine en je hebt ME. Subtiel maar belangrijk verschil!)

    Like

  3. De basis van ons leven is als gelegd voor ons de rest van het leven voor je 8 jaar oud bent.
    Dat betekend dat je onbewust al veel van je omgeving ( thuis) hebt gezien en daar naar gevormd bent ( naast het karakter wat je hebt).
    Sommige kinderen hebben overlevingsstrategieën moeten ontwikkelen om het te kunnen 'overleven' om zich geliefd te voelen. Iets wat heel goed werkt in je jeugd maar dat als een boemerang terug komt als volwassene bent en het niet meer blijkt te werken.
    Onherroepelijk kom jezelf tegen en het is moeilijk om een andere wending aan te geven omdat het een blinde plek voor jezelf is.
    Wordt het helder en duidelijk dan kun je jezelf veranderen en gezond worden ( emotioneel , maar vaak ook lichamelijk omdat dit vaak met elkaar te maken heeft).
    Voor degenen onder ons die er graag meer van willen weten, in het onderstaande site wordt veel uitgelegd, vooral over te veel liefde stoppen in relaties, hoe dit is ontstaan is al gevormd als kind.
    http://www.loslaten.nu/

    Rechtsboven in de site is een toekomstig boek waar de schrijfster nu mee bezig is om aan te schrijven, te downloaden. Deze zal ter zijne tijd uitgegeven worden.

    Like

  4. Ik moet zeggen dat ik vind dat ik toch nog aardige ontwikkelingen heb doorgemaakt sinds mijn 7e. Ook dingen die je volgens mij toen echt niet kon voorzien. Sommige dingen zijn natuurlijk wel “gebleven”, maar er zijn dingen bij gekomen, en ook af gevallen, die volgens mij niemand had kunnen voorzien.

    Like

  5. Om eerlijk te zijn heb ik eigenlijk geen idee. Ik kan me praktisch niets herinneren van mijn jeugd en als ik dat al doe, dan kom ik vaak later ineens diezelfde dingen op foto's tegen, waardoor ik me sterk afvraag of ik het me nu herinner omdat ik het beleefd heb, of omdat ik de foto's gezien heb. Zo'n reünie heb ik een poosje terug ook gehad, kan je weer helemaal terug in de tijd werpen. Apart is dat! Overigens herinnerde ik me de namen e.d. allemaal wel, evenals allerlei kleine details. Maar mijn eigen beleving.. Nee, dat blijft echt een beetje een zwart gat.

    Like

  6. 27 jaar nadat ik de MMS verliet was er een reunie en dat was voor mij heel wat omdat ik niet in Nederland woon. Van de 18 in de eindexamenklas waren er 16 aanwezig en een 17e liet per post weten dat ze niet niet naar het jaar '65 terug wilde gaan.
    En wat was frappant? Dat mensen na die tijd in weze niet veel veranderen. Aldus waren de serieuze rooksters nog steeds aan het roken, zaten de kliekjes als vanouds bij elkaar, liep de klassevertegenwoordigster terstond met een bakje rond om wat geld in te zamelen voor het eten en drinken, gingen de slordig geklede dames van vroeger nog steeds niet aantrekkelijk gekleed en hetzelfde paste toe om de goed geklede dames die er nu zeer sjiek uitzagen. Het was fijn een vriendin terug te vinden. We waren elkaar uit het oog verloren en sindsdien houden we contact. En het was ook fijn te praten met mensen met wie ik vroeger niet bijzonder veel op had. Ik raad mensen aan om die gelegenheden bij te wonen. als mensen niet komen dan wordt het een saaie boel en worden ze niet meer herhaald.

    Like

  7. Misschien kun je soms al iets zien in een kind van 7 jaar oud. Maar toen ik 7 was, had ik nog niet het vermogen de karaktereigenschappen van mijn klasgenoten te observeren. Ik weet hun naam, hoe ze eruit zagen, of ze leuk meespeelden op het schoolplein en of ze druk of stil waren. Daar houdt het wel zo'n beetje mee op.
    Van mijn klasgenoten op de middelbare school zie ik op het internet wel terug hoe ze toen al waren. Die ene slimme, maar zeer emotionele griet, die een aanstelling als hoogleraar is misgelopen omdat men haar 'niet zo stabiel' vond. Het hockeymeisje met het parelkettinkje werd voorzitter van de VVD in een grote plaats. De enorm vlotte babbelaarster met leuke kop werd tv-presentatrice. De stille, extréém begaafde jongen werd een professor in de wiskunde en is in zijn vakgebied een topper. De keurige, verantwoordelijke jongen werd bestuursvoorzitter van een universiteit en lid van de Eerste Kamer. Mijn intelligente, maar totaal ambitieloze vriendin, die zes jaar naast me in de bank hing, ligt nog steeds de hele dag op de bank Engelse romans te lezen. Maar het is verleidelijk om de gevallen die 'kloppen' eruit te pikken. Die ene jongen, die we toen al 'de minister' noemden, vind ik nergens terug. Minister is ie in ieder geval niet geworden.
    En ikzelf? Ik wist toen niet zo goed wat ik wilde. Nog steeds niet, eigenlijk…

    Pennie Wijs

    PS Behalve dat ik héél graag over van alles en nog wat stukjes schrijf. En dat doe ik dan ook, voor verschillende media. Ik heb nog een leuk concept op de plank liggen voor een column voor een vrouwenblad. Dus, als iemand…?

    Like

Zeg het maar!